Wat zijn executieve functies?
Door: Diana Smidts | Laatste update: 3 januari 2019

Je komt de term steeds vaker tegen: executieve functies. Maar wat zijn dat? En wat hebben executieve functies te maken met leren en gedrag? Executieve functies zijn hersenprocessen, net als taal of geheugen. Bij taal of geheugen weten we meteen wat er wordt bedoeld. De term 'executieve functies' lijkt ingewikkeld, maar dat komt omdat de term direct vertaald is uit het Engels. To execute betekent 'doen' of 'uitvoeren'. Dus executieve functies zijn de doe-processen in het brein, die ervoor zorgen dat we ons gedrag bewust kunnen sturen.
Gedrag wordt niet altijd bewust gestuurd. Meestal niet zelfs. We laten ons vooral leiden door gewoonten, intuïtie en gevoel. En daar zijn weer hele andere hersenprocessen bij betrokken. Executieve functies spelen dus alleen een rol als het gaat om het bewust sturen van gedrag en gedachten. Dat merk je vooral bij het maken van keuzes. Je overweegt om iets te doen, of juist niet te doen. Executieve functies zijn op dat moment hard aan het werk.
Executieve functies worden doorgaans ingedeeld in subprocessen. Er zijn veel modellen in de omloop, maar eigenlijk zijn er maar drie hersenprocessen echt goed te onderscheiden, namelijk inhibitie, werkgeheugen en cognitieve flexibiliteit.
Inhibitie maakt het mogelijk om impulsen (prikkels) te onderdrukken. Bijvoorbeeld als je graag wilt beginnen met eten, maar nog even moet wachten tot iedereen zit.
Werkgeheugen: dit is de tijdelijke opslagcapaciteit van ons brein, waarin we informatie bewerken. Bijvoorbeeld het maken van een rekensom, dan bewerk je de getallen in je hoofd.
Flexibiliteit maakt het mogelijk om je te kunnen aanpassen als iets verandert. Bijvoorbeeld iets anders bedenken als je afspraak heeft afgezegd.
Daarnaast zijn er nog andere functies, maar die zijn moeilijker te onderscheiden of te herkennen, namelijk:
Plannen en ordenen: het vermogen om vooruit te denken, een plan te maken, in te schatten hoe lang iets duurt, prioriteiten te stellen, beslissingen te nemen.
Gedragsevaluatie: het gebruiken van feedback uit je omgeving (bijvoorbeeld de gezichtsuitdrukking van een ander) om je eigen gedrag aan te passen, in de gaten hebben wat het effect is van jouw gedrag op dat van een ander.
Lange tijd werd aangenomen dat het intelligentieniveau vooral het schoolsucces bepaalt, maar de laatste jaren wordt steeds duidelijker dat zelfsturing misschien nog wel belangrijker is.
Lees ook: Schoolsucces hangt af van zelfsturing
Meer weten? Kijk dan eens bij onze toolkit executieve functies.
Andere blogs